Breipatronen lezen

8 tips om een breipatroon te volgen

Brei-instructies zien er misschien een beetje ingewikkeld uit. Maar als je eenmaal bekend bent met afkortingen, breischema’s en het belang van de stekenverhouding, zul je een patroon aandurven. Breipatronen vind je online, in bladen en breiboeken. Om de breipatronen te kunnen lezen heb je de volgende informatie nodig.

Verschillende maten

Als een patroon gemaakt is voor verschillende maten, dan staan de maten van klein naar groot. Sommige patronen vermelden maten zowel in centimeters als in inches. De onderdelen voor maten die gemeten worden zijn; borstomvang, werkelijke omvang, lengte vanaf schouders, mouwlengte en wat nog van belang is voor de maat. Voor kledingstukken is het belangrijk om goed de maten en centimeters in de gaten te houden. Een proeflapje is heel erg belangrijk als je wilt dat het kledingstuk past.

Garen en andere materialen

Het is het beste om het garen te gebruiken dat wordt genoemd in het breipatroon. Koop genoeg bollen zodat je niet bij hoeft te kopen en een verkeerd verfbad treft of helemaal niets meer. Tekort is heel erg vervelend. Meestal kun je het garen dat je overhebt terug doen. Wil je een ander garen, brei dan een proeflapje en meet hoeveel steken 10 cm is en pas het aantal steken aan.

Afkortingen

De meeste breipatronen bevatten een lijst met afkortingen. Deze kunnen van elkaar afwijken. Lees de afkortingen altijd goed. Algemene afkorting kan zijn, 1 av. Onder = 1 steek averecht breien door recht in de rij eronder in te steken of GK = goede kant.

Stekenverhouding

Het is heel belangrijk om de stekenverhouding te controleren en deze exact te laten overeenkomen met de stekenverhouding die wordt beschreven in de instructie. Maak vooral een proeflapje dan zie je of je strak of los breit zodat je een breipen dikker of dunner moet gebruiken.

Kledingonderdelen

Werk volgens de aangegeven volgorde, omdat er een reden voor is. Sommige breipatronen bevatten diagrammen met afmetingen, die heel handig kunnen zijn. Controleer altijd de afmetingen van elk onderdeel dat je breit. Als de aantallen betrekking hebben op verschillende maten, wordt de grootste maten tussen haakjes aangegeven. Bijvoorbeeld, “zet 45 ( 52, 62) steken op ”betekent zet 48 steken op voor de kleinste maat. Als er één aantal wordt vermeld, is dat van toepassing op alle maten.

Herhalingen

In breipatronen worden vaak 2 herhalingen gebruikt:

1. Herhaling van steken: Deze kunnen worden aangeduid met haken, bijvoorbeeld “(2 r.,2 av.) 3 keer” dat betekent 2 r, 2 av, 2 r, 2 av enz. een herhaling van steken kan ook aangegeven worden met sterretjes *, * 2 r, 2 av, herhaal van * tot * 3x. tot laatste steek van de rij, 1 r …
2. Sectieherhaling: Soms wordt een instructie voor een hele sectie herhaald. Bijvoorbeeld werk als vermeld voor achterpand tot **, wat betekent “volg instructies voor het achterpand, tot het symbool **, waarbij je terug gaat naar de instructies van het voorpand.
3. Sommige instructies zijn tot in detail uitgewerkt maar ook niet altijd. Bijvoorbeeld ‘2 r.sbr. aan begin van elke rij aan de rechterkant’. Maar het kan ook, ‘minder 1 steek aan het begin van elke rij aan de rechterkant

Vormen

Sommige instructies zijn tot in detail uitgewerkt maar ook niet altijd. Bijvoorbeeld ‘2 r.sbr. aan begin van elke rij aan de rechterkant’. Maar het kan ook, ‘minder 1 steek aan het begin van elke rij aan de rechterkant.

Aan elkaar zetten en afwerken

Dit noem je ‘in elkaar zetten’ de verschillende onderdelen naai je aan elkaar door met een naald en draad de panden aan elkaar te mazen. De methode van mazen wordt niet altijd uitgelegd. De volgorde van aan elkaar mazen is de volgorde van breien.

Wil je leren breien? of wil je meer leren dan alleen recht en averecht meld je dan aan voor een cursus leren breien. https://www.creastudiojufwolle.nl/c-5274086/cursus-breien/